Published on juli 19th, 2022 | by info@corporatiebouw.nl
0De ‘Thuisplusflat’ slaat aan bij senioren
MaasWonen werkt samen met gemeente Rotterdam, vijf collega-corporaties en zorg- en welzijnspartijen aan ‘Grijze Duurzaamheid’.
Het percentage ouderen in Nederland neemt snel toe. Dat geldt ook voor het aantal senioren met gezondheidsklachten. Dat feit, gecombineerd met de afbraak van woon- en zorgvoorzieningen voor ouderen in de laatste jaren, maakt een andere aanpak van ouderenhuisvesting extra urgent. MaasWonen pakt die uitdaging op met het proefproject van de ‘Thuisplusflat’. Richard de Boer, directeur-bestuurder van MaasWonen: “Samen met de gemeente Rotterdam, met vijf collega-woningcorporaties en betrokken zorg- en welzijnspartijen, werken wij aan ‘Grijze Duurzaamheid’.”
Wie uitstapt op metrostation Hesseplaats in Rotterdam-Oost ziet vooral veel hoge woongebouwen. Aan de zuidkant kijkt de reiziger tegen de kopgevel aan van de acht woonlagen hoge ‘Laurensflat’, genoemd naar de beschermheilige van Rotterdam. Aan de buitenkant is niets te zien van het ingrijpende veranderingsproces dat de 240 flatbewoners daar momenteel meemaken. Op de bovenste verdieping, in het corporatiekantoor van ouderenhuisvester MaasWonen, vertelt directeur-bestuurder Richard de Boer wat er volgens hem niet deugt aan de bestaande ouderenhuisvesting en hoe dat beter kan met het nieuwe Thuisplusflat-systeem.
De Boer: “Nederland vergrijst steeds sneller en tegelijkertijd zijn bejaardentehuizen en verpleeg- en verzorgingstehuizen opgedoekt. Den Haag schuift de ouderenproblematiek door naar de regio en naar de gemeenten met de gedachte dat langer thuis blijven wonen goedkoper is. Dat werkt niet echt. Intussen is ouderenhuisvesting een schrijnend en ‘stil’ probleem’ geworden. Ouderen dreigen te vereenzamen. Ook woningcorporaties krijgen steeds meer te maken met mensen op leeftijd die fysiek minder goed zijn. Dat vraagt om seniorvriendelijke voorzieningen, om laadpalen voor de scootmobiel en meer liften in de flats. Daar zitten al mijn collega-bestuurders en de gemeenten dus ook mee.”
Wat kunnen woningcorporaties doen?
De Boer: “Het is onze taak om te zorgen voor woningen die geschikt zijn om in te wonen, ook voor een bewoner met een beperking. Bouwen moeten we, vooral mooie seniorenwoningen. Dan komen er vanzelf ook woningen vrij voor de jongere generatie. Het zou een uitkomst zijn als wij in Nederland seniorencomplexen hebben waarin senioren graag nog een aantal jaren willen doorbrengen zonder dat elke dag voor hen voelt als verlies. Daarom hebben wij nu met de gemeente en de zorg- en welzijnspartners de Thuisplusflat ontwikkeld. In deze tussenvorm hoeven mensen niet te vereenzamen, maar kunnen ze elkaar ontmoeten, een kaartje leggen en activiteiten ontplooien. In het Thuisplusflat-concept dat hier al in onze flat als pilot functioneert, wonen senioren zelfstandig in hun appartementen. Ze kunnen wel zorg krijgen, maar er is geen sprake van een ‘ziekenhuissfeer’. Een bewoner huurt hier van ons, krijgt ondersteuning via een welzijnsorganisatie en kiest zelf voor een eigen zorgpartij. Die keuzevrijheid moet er in principe zijn, maar in de praktijk werkt dat niet. Er is in de zorg een enorm gebrek aan personeel en bovendien is de zorgverlening erg inefficiënt omdat in één flat tegelijkertijd vier of vijf zorgpartijen actief zijn. Van kwaliteitsverbetering door marktwerking is geen sprake, omdat de zorgvraag veel groter is dan het aanbod. We moeten dat anders organiseren. Het liefst met één professioneel team met bekende gezichten die met elkaar samenwerken. De woonconsulenten en de huismeester van MaasWonen waren dagelijks actief in de Thuisplusflat. Er zijn welzijnswerkers actief die onder meer gymnastiektrainingen geven en bijeenkomsten over zingeving organiseren. En er zijn zorgprofessionals voor de individuele zorgverlening. Het is ons nu al duidelijk dat het nieuwe concept efficiënter is. We merken dat het aanslaat bij de bewoners. We blijven nu dichter bij de klant en daarmee kun je veel kosten voorkomen. Bij de zorgpartijen zeggen ze: ‘Een onsje welzijn scheelt een kilo zorgkosten.’ Daar zou ik nog het volgende aan willen toevoegen: als maatschappij hebben wij al te lang te veel verantwoordingsdruk gelegd bij de werkers in de zorg- en welzijnsberoepen die intrinsiek gemotiveerd zijn om hun werk te doen.”
Hoe functioneert de Thuisplusflat in de wijk en als woonconcept?
De Boer wil net ingaan op die vraag als er op de deur wordt geklopt. Het is Lenneke Noordam, manager Klant en Wonen van MaasWonen. Zij is iets later, maar komt als geroepen. De Boer: “Dat treft, Lenneke is in haar dagelijkse werk bezig met de uitvoering van het nieuwe woonconcept.” Noordam: “Ja dat klopt. Een van de idealen van de Thuisplusflat was dat die een open buurtfunctie zou hebben. In onze flat gaat dat nu nog niet lukken, omdat de ontmoetingsruimte inpandig is en geen eigen toegang heeft naar de straat. Het gebouw heeft een gesloten entree. Het is wel zo dat de ontmoetingsruimte er in principe voor en van de bewoners is. Ze betalen er ook een bijdrage voor via de huur. De beheerder is ook een bewoner van het complex. Intussen zie je dat bewoners zelf al introducees meenemen. Verder merken we nu pas echt hoe de ‘Plus’ van ons nieuwe woonconcept zichtbaar wordt. Professionals van wonen, welzijn en zorg weten elkaar nu al sneller te vinden in het tweewekelijkse signaleringsoverleg, waar bewonerssituaties worden besproken. Dat is feitelijk al een eerste succes van onze pilot. Via korte lijntjes gaat een signaal over een bewoner via de huismeester of een woonconsulent naar het signaaloverleg. Daar kijken woonconsulent, welzijnswerker en wijkverpleegkundige welke ondersteuning nodig is. Dat werkt hartstikke goed. In overleg met de zorgorganisatie hebben we al twee andere flats aangewezen waar we ook met een dergelijk signaleringsoverleg gaan werken. We streven ernaar om ook de welzijnspartij aan tafel te krijgen voor deze nieuwe aanpak. Dat is belangrijk, omdat juist welzijn heel veel kan opvangen zodat zorg langer kan worden uitgesteld of zelfs niet eens meer nodig is. We zien nu al dat in de Thuisplusflat het aantal zorgcontacten afneemt. Corporaties zijn in het algemeen niet de aangewezen partij om verbeteringen in welzijn en zorg te trekken, maar ik zie dat we met de Thuisplusflat een meerwaarde voor onze doelgroep realiseren.”
Positieve Gezondheid
Een van de uitgangspunten van het Thuisplusflat-experiment is dat concrete aandacht voor het welzijn van ouderen gezondheidsproblemen kan voorkomen. Op basis van hetzelfde gegeven heeft de Nederlandse arts-onderzoeker Machteld Huber een andere werkwijze in de gezondheidszorg ontwikkeld met de naam ‘Positieve Gezondheid’. Daarbij gaat zij ervan uit dat gezondheid veel meer is dan alleen afwezigheid van ziekte en klachten en stelt zij veerkracht, zingeving en zelfredzaamheid centraal. Kijk voor meer informatie over dit gedachtengoed op de website van het Institute for Positive Health: www.iph.nl.