Published on december 21st, 2021 | by info@corporatiebouw.nl
0Verduurzaming bestaande bouw
Interview met universitair hoofddocent Ad Straub over verduurzamingsbeleid van corporaties.
Corporaties zijn een belangrijke schakel in de transitie- verduurzamingsopgave van de Nederlandse gebouwde omgeving. Zij kunnen aan de knoppen draaien om bijvoorbeeld de uitstoot van CO2 te verminderen, een belangrijk thema in het Klimaatakkoord. Universitair hoofddocent Ad Straub, verbonden aan de TU Delft, kent de stand van zaken. En hij is graag bereid een paar prangende vragen te beantwoorden.
KLIMAATAKKOORD
Kunt u het duurzaamheidsbeleid van corporaties kort in de context plaatsen van de uitwerking van het Klimaatakkoord? “De woningcorporaties waren al voordat het Klimaatakkoord in juni 2019 gepresenteerd werd druk bezig ieder voor zich duurzaamheidsbeleid te formuleren, bijvoorbeeld met behulp van de Aedes Routekaart CO2-neutraal 2050. Bovendien hadden ze zich gecommitteerd aan het convenant Energiebesparing Huursector met het streven naar een gemiddeld energielabel B in 2021.
Met het Klimaatakkoord kwamen nieuwe instrumenten en subsidies beschikbaar onder de noemer van de Startmotor, onder meer voor warmtenetaansluitingen en met de Renovatieversneller voor renovaties. Beide instrumenten en subsidies lijken nog niet heel veel te hebben opgeleverd. Met name van de Renovatieversneller werd (en wordt) meer verwacht. Het blijkt moeilijk voor corporaties gezamenlijk renovaties uit te vragen, opschaling en continuïteit in de vraag te bieden. Dat zou aanbiedende partijen aanzetten tot innoveren, waardoor renovaties goedkoper worden. Ondertussen hebben veel corporaties individueel wel stappen gezet in verduurzaming en zien we dat corporaties zich bewegen van een projectaanpak naar een programma-aanpak, of een aanpak van projectoverstijgend werken.”
AFWACHTENDE HOUDING
Wat vindt u de grootste stappen in de verduurzaming door de corporaties? Hoe gaat het bijvoorbeeld met isoleren?
“Veel corporaties zetten vol in op het isoleren van woningen. In de genoemde programma-aanpak is dat heel duidelijk. Er zijn weinig corporaties die ervoor kiezen om woningen in één keer te verduurzamen naar CO2-neutraal. Men kiest voor een stapsgewijze aanpak: eerst isoleren en vervolgens aanpassen van de installaties, of bijvoorbeeld een mogelijke aansluiting op een warmtenet. Hierin zien we afwachtend gedrag: wachten op de transitievisies warmte van gemeenten, die er nog niet allemaal zijn, of nog onvoldoende duidelijkheid geven over het aanbod van energie per buurt en wijk.”
AANSLUITING OP WARMTENETTEN
Welke stappen hebben corporaties gezet om de resterende warmtevraag zo CO2- arm mogelijk te vervullen?
“De toepassing van (hybride) warmtepompen en het aardgasvrij maken van bestaande woningen vindt eigenlijk nog mondjesmaat plaats. Wel worden woningen aangesloten op bestaande warmtenetten. Veel corporaties plaatsen bovendien pv-panelen en/of laten deze keuze aan de huurders.”
ROL CORPORATIES VERBREDEN?
Het is niet altijd mogelijk om duurzame energie op of in de woning op te wekken. Corporaties zijn niet verantwoordelijk voor vormen van energieopwekking buiten de woning. Hoe kan hier een slinger aan worden gegeven?
“Een lastige vraag. Is hier wel een taak voor woningcorporaties weggelegd? De corporaties zijn als professionele opdrachtgevers met kennis van de markt en met een grote vraag goed in het reduceren van de warmtevraag van hun woningen. Dat heeft prioriteit. Daarnaast zouden ze een rol kunnen spelen bij het reduceren van de warmtevraag in gespikkeld bezit en zelfs als het om het volledig particulier bezit gaat. Dat laatste is wettelijk misschien nu niet mogelijk.”
INHAALSLAG
Corporaties zijn gewend om groot onderhoud, woningverbetering en renovatie te combineren metverduurzamingsmaatregelen. Kent u daar goede voorbeelden van?
“Daar zijn inderdaad veel goede voorbeelden van te geven. Waterweg Wonen in Vlaardingen is zo’n corporatie. Ondertussen zie je ook dat de programma-aanpak noodzakelijk is voor een inhaalslag. Het duurt te lang om in alle gevallen te wachten op een natuurlijk vervangingsmoment van bouwdelen om deze dan pas te verduurzamen.”
RUIMTE VOOR VERBETERING
Hoe pakken corporaties de technische ontwikkelingen aan bij verduurzaming van de gebouwde omgeving? Kunnen ketensamenwerking en resultaatgericht samenwerken daarbij ook een belangrijke rol spelen?
“Woningcorporaties zijn heel belangrijke spelers op de markt van verduurzaming. Een koplopers-volgers-model kan veel prominenter toegepast worden. Het gebruiken van de gezamenlijke inkoopkracht en kennisdeling van en tussen corporaties kan nog veel beter. Bij pilotprojecten en het toepassen van innovatieve bouwproducten en installaties moet er meer aandacht zijn voor de monitoring, de specifieke omstandigheden en de nulmeting hiervan.”
ROADSHOW
Hoe ziet u circulariteit bij corporaties voor de korte en langere termijn? Kent u voorbeelden?
“Het leek er aanvankelijk op dat woningcorporaties hiermee worstelden: moeten we nu naast de energietransitie ook nog kennis ontwikkelen, tijd en geld inzetten voor circulariteit? Er lijkt nu echter een omslag te komen. Een mooi voorbeeld is de roadshow van bestuurders van de Groene Huisvesters (zie circulairebouweconomie.nl, onder nieuws/ oproep-voor-circulariteit-met-roadshowlangs- woningcorporatiebestuurders). Vooral houtbouw heeft plotseling de wind in derug, de ene na de andere publicatie verschijnt hierover. Koplopercorporaties leveren houtbouwprojecten op, ook middelhoog. Circulariteit gaat veel verder dan het bouwen in hout van nieuwe woningen. Er liggen vooral veel kansen in de bestaande voorraad, en het gaat bijvoorbeeld ook om duurzame, circulaire materiaalkeuzes bij renovatie en onderhoud.”
INTEGRALE AANPAK EN SLIM COMBINEREN
Waterweg Wonen is een sociale verhuurder met een bezit van elfduizend woningen in Vlaardingen. “We testen graag verschillende toepassingen van duurzame energie”, zegt Wilfred Gerritse, teamleider Vastgoed. Inmiddels heeft de corporatie ervaringen opgedaan met onder meer verwarmingsketels op biomassa (houtsnippers), warmtenetten, pv-panelen en – op collectieve complexen – met CO2 warmtepompen. De experimenteerdrift komt voort uit de overtuiging dat je de energietransitie alleen kunt doorvoeren door inzet van meerdere technische oplossingen. “Dankzij onze ervaringen weten we welke oplossing in welke situatie het meest geëigend is. We zijn ook meer flexibel en minder afhankelijk dan wanneer je al je kaarten op één technische oplossing zet.” Maar meerdere standbenen is niet de kern van de transitiestrategie bij Waterweg Wonen. Dat is een integrale aanpak. “We stemmen de energetische maatregelen zoveel mogelijk af op onze andere programma’s. Dus we kijken vanuit één kwaliteitsperspectief naar onze opgaven. Geen verkokerde aanpak waarbij je het risico loopt dat je het ene jaar bij wijze van spreken de verwarmingsketels hebt vervangen en een jaar later ontdekt dat de keukens vervangen moeten worden. Nee, we hanteren een integrale aanpak en wegen hoe we de kwaliteitsingrepen op een slimme manier kunnen combineren, zowel uitvoeringstechnisch als qua subsidies. Denk bijvoorbeeld aan de STimuleringsregeling EnergiePrestatie (STEP) voor de huursector.” Waterweg Wonen is een sociale verhuurder met een bezit van elfduizend woningen in Vlaardingen. “We passen graag verschillende toepassingen van duurzame energie toe”, zegt Wilfred Gerritse, teamleider Vastgoed. Inmiddels heeft de corporatie ervaringen opgedaan met onder meer verwarmingsketels op biomassa (houtsnippers) en CO2 warmtepompen, pv-panelen, nul-op-de-meternieuwbouw en -renovatie, (hybride) warmtepompen, schilrenovaties et cetera. De verscheidenheid aan oplossingen komt voort uit de overtuiging dat je de energietransitie alleen kunt doorvoeren door inzet van meerdere technische oplossingen én omdat elk complex anders is en andere mogelijkheden biedt. We spreiden hiermee ook de risico’s – het zijn vaak toch nieuwe technieken – en zijn ook flexibeler en minder afhankelijk dan wanneer je al je kaarten op één technische oplossing zet.” Maar meerdere standbenen is niet de kern van de transitiestrategie bij Waterweg Wonen. Dat is een integrale aanpak. “We stemmen de energetische maatregelen zoveel mogelijk af op onze andere programma’s. Dus we kijken vanuit één kwaliteitsperspectief naar onze opgaven. Geen verkokerde aanpak waarbij je mogelijk de kansen mist die zich kunnen voordoen als je onderhoudsprogramma en kwaliteitsdenken combineert. Dat je het ene jaar bij wijze van spreken de verwarmingsketels vanuit onderhoud hebt vervangen en een jaar later ontdekt dat HR++-glas met een duurzame installatie mogelijk was geweest met een subsidie. Dat zou zonde zijn. Nee, we hanteren een integrale aanpak en wegen hoe we de kwaliteitsingrepen op een efficiënte en klantvriendelijke manier kunnen combineren, zowel uitvoeringstechnisch als ook qua subsidies. Op enig moment hadden wij zo de meeste STEPaanvragen lopen binnen de sector en maken wij nu ook goed gebruik van de RVV-regeling. Sinds vorig jaar is ons gemiddelde energielabel B en halen wij makkelijk A in 2030.”