Published on mei 2nd, 2022 | by info@corporatiebouw.nl
0HW Wonen versnelt verduurzamen bestaand bezit
Hoe deze corporatie vaart zet achter de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad.
De coronapandemie is nog niet weggeëbd of daar is de volgende aanslag op een kostbare bestaansvoorwaarde, de energievoorziening. Deze keer zijn het extra energielasten die zwaar zullen gaan wegen, vooral voor de minst draagkrachtigen. Dat gegeven is voor woningcorporatie Hoekse Waard Wonen (HW Wonen) de belangrijkste drijfveer om extra vaart te maken bij het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. “Die verduurzamingstrein moet straks gestaag kunnen doorrijden”, meent directeur-bestuurder Dennis Lausberg.
Eind 2021 ondertekende HW Wonen de prestatieafspraken voor 2022, samen met de gemeente Hoekse Waard, het Huurdersplatform Hoekse Waard en – voor het eerst ook – de Kerngroep Wonen Welzijn Zorg. Daarin staat bovenaan de lijst met hoofdtaken: investeren in een duurzame sociale woningvoorraad en inzet op isolatie en energietransitie. Uiteindelijk regionaal doel daarbij is een volledig klimaatneutrale Hoekse Waard in 2050. Als aanloop gaat HW Wonen voor een maximale bijdrage aan een energieneutrale Hoekse Waard in 2040.
In het zonverlichte hoofdkantoor van HW Wonen met uitzicht op de polders van Oud-Beijerland vertellen corporatiedirecteur Dennis Lausberg (51) en vastgoedstrateeg Kevin Uijtdewillegen (33), ieder vanuit de eigen expertise, hoe zij dit gaan aanpakken.
Hoever is HW Wonen al met maatregelen en ingrepen in het kader van de energietransitie?
Lausberg: “Al in 2010 begonnen we als fusieorganisatie van drie corporaties in de Hoekse Waard met het in kaart brengen van een verduurzamingsopgave voor 10.000 verhuurbare eenheden en het plannen en uitvoeren van de eerste Levensduur Verlengende Ingrepen (LVI’s) van niet-afdoende geïsoleerde woningen. De uitgangssituatie was redelijk gunstig, met veel grondgebonden eengezinswoningen, tuintje vóór, tuintje achter en een soort bungalows in rijtjesvorm. Zeker de moete waard om op te knappen. Daarbij gaat het er vooral om dat je de opknapbeurt niet duurder maakt dan nieuwbouw zou zijn. En je zou volgens de circulariteitsgedachte met verduurzamen minstens een levensverlenging van veertig à vijftig jaar moeten realiseren. Een groot voordeel van verduurzamen is dat bewoners dan niet hoeven te verhuizen. In de afgelopen paar jaar hebben we steeds ongeveer 250 woningen verduurzaamd. Bewoners hebben het als erg ingrijpend ervaren maar vonden meestal ook dat hun woning erg was opgeknapt.”
Welke ervaringen neemt HW Wonen mee naar volgende LVI-projecten?
Lausberg: “In het vervolg gaan we méér aandacht besteden aan de contacten met huurders. Als je de vertrouwde woonruimte van iemand verandert in een bouwplaats, kun je conflicten verwachten. Daarom willen we vooral samenwerken met uitvoerende partijen die empathie kunnen opbrengen voor onze huurders. Als bij de eindevaluatie van een verduurzamingsproject blijkt dat die vaardigheid onvoldoende aanwezig was, zoeken we voor een volgend project een andere aannemer. Er zijn aannemers die een extern bureau inschakelen dat bij renovaties de communicatie tussen bewoners en bouwers begeleidt. De specialisten van die organisatie zijn allemaal vrouwen.”
Vastgoedstrateeg Uijtdewillegen heeft daar een aanvulling op: “HW Wonen voert verduurzaming nu uit op het moment waarop een woning ook aan de beurt is voor periodiek onderhoud. Wij nemen planmatige ingrepen en de verduurzamingsmaatregelen bij elkaar en voeren die dan in één keer uit. Dat scheelt veel stress voor bewoners. Werkzaamheden aan de energievoorziening zitten meestal bij het verduurzamingspakket. Verder is het een voordeel dat de energieprestatie van onze woningen gunstig afsteekt tegen die van het landelijke gemiddelde. Dat heeft te maken met het type woningen. Kijk je bijvoorbeeld naar de Randstad, dan zie je dat de uitgangssituatie daar, met name van grote huurcomplexen, veel slechter is dan van ons bestand. Daardoor zijn de energielasten daar een stuk hoger.”
Hoe gaan de woningen van HW Wonen van het gas af?
Uijtdewillegen: “Dat zal gefaseerd gebeuren. We voeren die overgang uit met no regret-maatregelen. Wij zijn als corporatie weliswaar startmotor van de verduurzaming, maar binnen het overheidsprogramma ‘Startmotor’ willen we niet per se koploper zijn door aan te haken bij elk experimenteel warmteconcept dat zich aandient. Stadsverwarming valt op ons eiland niet te realiseren. Er zou ook sprake zijn van een businesscase voor het betrekken van warmte uit de haven van Rotterdam, maar uit de Transitievisie Warmte van de gemeente Hoekse Waard blijkt dat die opzet niet vóór 2030 realiseerbaar is. Wij hebben gekozen voor de individuele warmtepomp. Die ontwikkeling gaat snel en we hebben er al sinds 2008 ervaring mee in de nieuwbouw. Voordat we kiezen voor één type warmtepomp willen we eerst nog zien wat ervaringen in de praktijk uitwijzen.”
Lausberg: “Onze prioriteit is nu dat we die verduurzamingstrein kunnen laten rijden met een no regret-aanpak. Dat wil zeggen dat we de energievraag gaan beperken door woningen te isoleren. Daarbij gaan we in gesprek met bewoners over hoe je verantwoord kan omgaan met de energie die je gebruikt.” Uijtdewillegen: “Intussen hebben we een gespecialiseerd bedrijf in gebouwverduurzaming opdracht gegeven om scenario’s te ontwerpen voor onze verduurzamingstrein. Er zitten veel knoppen op het dasboard van die trein, zoals de financiën, de snelheid van de trein – ofwel het aantal verduurzamingsingrepen – het aantal te verduurzamen woningen – we denken al aan vierhonderd woningen per jaar – en verder de typologie van de woningen, de prijzen van isolatiematerialen, een bepaald type warmtepomp en de beoogde energiebesparing.
Lausberg: “We zijn nog niet lang geleden gaan kijken bij de rioolzuiveringsinstallatie in Strijen, hier in de Hoekse Waard. We konden deelnemen aan een pilot om warmte te onttrekken aan dat zuiveringsproces. Maar we kregen geen zicht op haalbare eindresultaten binnen afzienbare tijd. Daarom hebben we besloten daar niet in te stappen, want voor ons is vaart maken met verduurzamen veel belangrijker in deze energietransitie dan experimenteren met innovaties. Je zou niet willen dat je tegen huurders moeten zeggen: ‘We hebben uw woning geïsoleerd en er hangt nu een nieuwe installatie op zolder met een systeem dat soms even kan haperen, maar dan moet u ons vooral bellen, want we zitten daarmee nog in een testfase.’”