Published on januari 25th, 2021 | by info@corporatiebouw.nl
0Amsterdamse corporaties werken aan aardgasvrije wijken
De gemeente Amsterdam heeft de ambitie om de stad vóór 2040 aardgasvrij te maken. Onder de noemer Warmtemotor werken Amsterdamse woningcorporaties en energiebedrijven nauw samen met de gemeente om huishoudens aan te sluiten op een warmtenet. Wat zijn de lessen voor corporaties in andere gemeenten?
Nederlandse woningcorporaties willen in 2050 CO2-neutraal zijn en steeds meer gemeenten werken aan een aardgasvrije gebouwde omgeving. In Amsterdam is dat een ongekend grote opgave, zegt Frank van der Veek, beleidsadviseur energietransitie en duurzaamheid bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC). “De woningcorporaties in de hoofdstad hebben in totaal zo’n 185.000 woningen. Op dit moment zijn er zo’n 15.000 volledig aardgasvrij. Dan hebben we dus twintig jaar de tijd voor de verduurzaming van 170.000 woningen. Dat komt neer op zo’n 8.500 woningen per jaar.”
Anders organiseren
In de Amsterdamse Warmtemotor werken de corporaties, vertegenwoordigd via AFWC, sinds 2018 samen met Vattenfall, Westpoort Warmte – een joint venture van Vattenfall en het Amsterdamse Afval Energiebedrijf (AEB) – en de gemeente aan de versnelling van de lokale warmtetransitie. “Het was duidelijk dat we in het tempo waarin we bezig waren, de doelen nooit zouden halen”, blikt Van der Veek terug. “Niet in de laatste plaats omdat een corporatie voor elk project telkens weer dezelfde soort onderhandelingsgesprekken voerde. Dat is gewoon niet efficiënt. Door het anders te organiseren en als corporaties met de warmtebedrijven samen te werken moest de transitie sneller kunnen, was het idee. Bovendien zou de samenwerking ook schaalvoordelen en kostenbesparingen opleveren.”
De gemeente is een belangrijke schakel in de samenwerking, vertelt Jannis van Zanten van Vattenfall. “De gemeente heeft natuurlijk een groot belang bij het versnellen van het aardgasvrij maken van de Amsterdamse woningen en speelt een cruciale rol in de communicatie naar alle bewoners. Bovendien heeft Amsterdam inmiddels de Transitievisie Warmte opgesteld, met daarin nogmaals de ambitie om in 2040 aardgasvrij te zijn. In ongeveer de helft van de stad ziet de gemeente stadswarmte daarvoor als de preferente techniek.”
Raamovereenkomst met spelregels
“De afgelopen twee jaar hebben we veel tijd en energie gestoken in het leren kennen van elkaar en elkaars belangen en het opbouwen van wederzijds begrip. Je moet echt nader tot elkaar komen om stappen te kunnen maken”, zegt Remco Bal van Vattenfall. Inmiddels werken de partijen in de Warmtemotor toe naar een raamovereenkomst. Bal: “Hiermee leggen we eigenlijk de spelregels vast van hoe we de opgave gezamenlijk aanpakken. Vervolgens kunnen we per buurt – elke buurt is nu eenmaal weer net even anders – nog inspelen op de specifieke situatie. Maar we hoeven niet telkens het wiel opnieuw uit te vinden.”
Een van de afspraken in de Amsterdamse Warmtemotor is dat het energiebedrijf het ondergrondse deel van de werkzaamheden voor zijn rekening neemt, tot aan de gevel. De corporaties zorgen voor het inpandige gedeelte. Van der Veek: “Wij kennen onze woningen het beste en zijn gewend om er te werken. Daar komt bij: wanneer wij een deel van de werkzaamheden oppakken, besparen we ook weer kosten.”
De wijk centraal
Het idee van de Amsterdamse Warmtemotor is om gebiedsgericht te werken en niet keer op keer aparte stukjes straat aan te sluiten. Eén manier om dat te organiseren, is om te werken met een zogeheten single issue-organisatie. Bal: “Als je kijkt naar de ondergrond, dan zitten de partijen die daar bezig zijn elkaar soms in de weg, en planningen zijn niet altijd optimaal op elkaar afgestemd. Wanneer je al die werkzaamheden in handen legt van één organisatie, kan dat soepeler verlopen tegen lagere kosten en met minder overlast. Als het warmtenet erin gaat, kun je tegelijkertijd het riool vervangen, het elektriciteitsnet verzwaren, en de straten opnieuw inrichten en klimaatadaptief maken. De kosten van het openmaken van de grond en het proces verdeel je over de verschillende partijen die in de ondergrond aan de slag zijn.”
Een single issue-aanpak zou ook op de woning zelf kunnen worden losgelaten: alles wat er in de woning moet gebeuren, ligt dan in handen van één organisatie. De organisatie verzorgt het contact en de communicatie met de bewoners, plant het werk en voert het uit. “Het meest verregaande scenario van een single issue-aanpak is dat je in een heel kort tijdsbestek, een of twee weken, 24 uur per dag aan de slag gaat en alles wat er moet gebeuren heel efficiënt aanpakt”, vertelt Van Zanten. “Mogelijk kunnen we de bewoners dan onderbrengen in een hotel. En wanneer zij weg zijn, komt er een ploeg een buurt binnen die alle oude infrastructuur verwijdert. Dan creëer je in feite een nieuwbouwsituatie en vervolgens bouw je het hele netwerk opnieuw op. Dan is ondergronds alles voor de komende twintig jaar op orde en is de buurt ook bovengronds opgeknapt.”
Een single issue-aanpak is een complex proces dat heel veel voorbereiding vereist van alle organisaties die nu gewend zijn dingen één voor één aan te pakken, zegt Van Zanten. “Maar de eerste sommetjes laten zien dat het behoorlijk voordelig kan zijn qua kosten. Bovendien worden bewoners er niet blij van om elk jaar opnieuw enige tijd in een zandbak rond te lopen. De wijk moet centraal staan, en niet de afzonderlijke organisaties.”
Aanbod voor huurders en éigenaren
In het voorjaar lanceerde branchevereniging Aedes – mede geïnspireerd door de samenwerking binnen de Amsterdamse Warmtemotor – het landelijke kader Startmotor om de samenwerking van corporaties en energiebedrijven bij de aansluiting op warmtenetten te versnellen. “Aedes en de warmtebedrijven hebben onder meer afgesproken dat bewoners niet méér gaan betalen dan ze nu kwijt zijn met een gasaansluiting”, licht Van der Veek toe. “Dat is op landelijk niveau afgedekt en daardoor hoeven we er binnen de Amsterdamse Warmtemotor ook niet heel veel aandacht aan te besteden. Overigens is een van de uitgangspunten van de Warmtemotor dat ook een particuliere woningeigenaar eenzelfde aanbod krijgt als een huurder. In principe liften woningeigenaren dus mee op de inkoopkracht van de gezamenlijke corporaties.”
“Voor de bewoner moet het kostenneutraal zijn, maar de energietransitie zelf is niet kostenneutraal”, nuanceert Bal. “Ten opzichte van de huidige situatie, waarin woningen gebruik maken van gasleidingen, moeten er meer kosten worden gemaakt om duurzame warmte te leveren. Alle partijen in de Warmtemotor zetten zich daarom in om die kosten gezamenlijk omlaag te brengen.” De gemeente Amsterdam investeert vanaf 2021 in totaal 50 miljoen euro om minimaal 10.000 woningen aan te sluiten op het warmtenet. Het project moet volgend jaar in drie wijken van start gaan.